LATIJNSE NAAM:: | Perca fluviatis |
ENGELSE NAAM: | Perch |
DUITSE NAAM: | (Fluss)Barsch |
FRANSE NAAM: | Perche fluviatile |
MINIMUMMAAT: | Onbepaald |
Omdat de baars onze mascotte is en vaak gevangen wordt als bijvangst tijdens het vissen met de vaste stok mag hij niet ontbreken in het lijstje van onze vissen.
Voorkomen
De Baars of rivierbaars, in het Latijn Perca fluviatilis komt uit de familie van de baarzen. Hij komt voor in de grootste deel van Europa (behalve in Spanje en Zuid-Italië), Noord-Amerika en Noord-Azië.
In onze streek komt de baars redelijk veel voor, zeker nu de verontreiniging in onze waterlopen afneemt.
Kenmerken
De rugvinnen van de baars zijn gescheiden. Op de eerste rugvin vinden we 13 tot 17 harde vinstralen, op de tweede die wat kleiner is, vinden we er 13-16 die wat weker zijn.
De rug heeft een bruin – groene kleur. De zijkant is dan weer wat geelachtiger, terwijl de buik dan weer meer naar het wet/goud achtige toegaat. Over de zijkanten lopen naar de buik toe donkere verticale strepen. De borst en anaalvinnen zijn meestal bruin tot rood. er komen nogal wat kleurvariaties voor.
Lengte
Meestal vangt men de kleiner exemplaren rond de 15cm, maar examplaren van 40 tot zelfs 60 cm zijn niet uitgesloten.
Het groeiproces van de baars is heel traag. Zie maar naar de onderstaande grafieken.
Paaitijd
De paaitijd van de baars valt van maart tot mei.
Voedsel
Jonge baarzen eten zoals de meest jonge vissen dierlijk plankton, watervlooien en muggenlarven.
De oudere exemplaren eten naast insecten en slakken vooral visjes.
De grotere exemplaren (vanaf 15cm) eten uitsluitend nog vissen.
Aas
Baarzen vangt men meestal enkel met mestpieren, maar enkele muggenlarven durven ze ook nogal wel eens te lusten.
Bij het onthaken van baarzen moet je er altijd op letten dat je ze vast neemt van boven aan de kop naar beneden toe, zodat je de stekels plat drukt. Dit kan anders nare gevolgen hebben.