LATIJNSE NAAM: | Rutilus rutilus |
ENGELSE NAAM: | Roach |
DUITSE NAAM: | Plötze |
FRANSE NAAM: | Gardon Ordinaire |
MINIMUMMAAT: | 15 cm |
Bijna elke visser is zijn hengelsport carrière begonnen met het vangen van deze witjes aan een of ander klein hengeltje.
Voorkomen
De blankvoorn is de meest voorkomende zoetwatervis is onze waterlopen. Dit komt vooral doordat hij bijna alles eet.
Kenmerken
De blankvoorn heeft een bek welke naar voren wijst. De rugvin begint recht boven de buikvin. De rug is donker en de zijkanten zijn zilverwit (vandaar de bijnaam witjes). In de bovenzijde van het oog heeft hij een oranje vlek.
De vinnen hebben een oranje tot bijna rode kleur.
De blankvoorn wordt vaak verward met andere soorten zoals de riet– of ruisvoorn, de winde, de serpeling en de kopvoorn.
Onderstaande figuur geeft de belangrijkste verschillen weer tussen de blankvoorn en de vissoorten waarmee men hem nogal eens verwart.
Lengte
Blankvoorns kunnen een lengte halen (afhankelijk van de leeftijd) van wel 30 cm en langer. Dit hangt af van het soort water waarin ze zich bevinden. Ze leven relatief lang (zo’n 12 jaar).
Paaitijd
De paaitijd van de blankvoorns is van april tot juni. Ze vertonen dan de typische paaiknobbeltjes.
Voeding
Volwassen blankvoorns eten bijna alles; van wormen, slakken, mosselen tot waterplanten. Doordat de vis ook keeltanden heeft, kan hij wat harder voedsel eten.
De blankvoorn is een belangrijke prooivis voor allerlei roofvissen, zoals baars, snoekbaars, snoek, meervallen en palingen.