LATIJNSE NAAM: | Leuciscus Idus |
ENGELSE NAAM: | Ide |
DUITSE NAAM | Aland |
FRANSE NAAM | Ide melanotte, Orfe |
MINIMUMMAAT | 25 cm |
De winde is een vis die sterk lijkt op een blankvoorn, ruisvoorn en kopvoorn, met het verschil dat hij wel een echte roofvis is.
Voorkomen
De winde komt voor in bijna alle binnenwateren in België en Nederland.
Kenmerken
Het belangrijkste kenmerk van de winde is zijn holle anaalvin (bij de kopvoorn is deze bol).
Verder heeft hij 56 tot 61 schubben op de zijlijn. Verder valt het nog op dat het iris dezelfde kleur heeft als de rest van het oog.
De winde is een zilverkleurige vis met een groenzwarte rug. De buikvinnen zijn dan weer oranje/rood. Zijn bek wijst naar voren.
Lengte
Windes kunnen groeien tot redelijke lengtes. Exemplaren van 70cm en meer zijn niet uitgesloten. Ze worden meestal niet ouder dan 18 jaar.
Paaitijd
De paaitijd begint in maart en duurt tot eind mei.
Voeding
Jonge windes eten meestal watervlooien en waterplanten. De volwassen windes eten vooral vis en insecten.
Aas
De winde is een alleseter. Men vangt hem met droge en natte vliegen en nimfen, spinnertjes en lepeltjes, brood en wormen, maar vooral aan een trosje maden of mestpiertjes.